Zet verschillende experts bij elkaar die gaan stoeien met hun kennis en kunde en er ontstaat vaak iets moois. Dat gebeurde ook in het LIVE-project. Iedere zoektocht naar iets nieuws kent zijn eigen uitdagingen. Waar liepen de partners in dit project tegenaan en wat zijn de lessons learned?
In maandelijkse meetings en werksessies kreeg het project gaandeweg steeds meer vorm. De een-op-eengesprekken tussen projectpartners bleken het meest effectief, verklaart Anne Dullemond van StrateGis. Op deze momenten was er ruimte om dieper in te gaan op specifieke kwesties en ervaringen. “De directe interactie tijdens deze besprekingen bleek cruciaal voor een effectieve samenwerking binnen het LIVE-project.”
Tijdige afstemming
Het kweekte ook wederzijds begrip. Dullemond: “Een waardevolle les voor ons was het bewustzijn van de verschillende snelheden van productontwikkeling. Het benadrukken van een meer evenwichtige ontwikkeling en tijdige afstemming kan in de toekomst bijdragen aan een gestroomlijnde samenwerking.” Meer afstemmen, en dan ook intern, is iets wat ook Tim Stroomer van Gemeente Amersfoort aanbeveelt. “Het is goed om vanaf het begin een gezamenlijke ontwikkelagenda in te richten in de lijn van de scrum-methode.”
Aan de voorkant duidelijke afspraken maken, helpt. Ontwerpbureaus zijn bijvoorbeeld niet gewend om ontwerpen in een vroeg stadium digitaal aan te leveren, legt Leon Hendriks van AeroVision uit. “Pas een vrij definitief ontwerp wordt omgezet in een digitaal format dat dan weer niet compatibel is met GIS-achtige omgevingen, zoals de 3D Cityplanner. Dan is het dus lastig om verschillende scenario’s of ontwerpen door te kunnen rekenen in de Cityplanner. In dit project werd dat onder meer opgelost door een door de gemeente ingehuurde GIS-specialist die ook landschapsarchitect is.”
Grote opgave
Een grote en ingewikkelde opgave was de berekening van groeipotentie per boomsoort, ondervond Loek van Oijen van NEO. “Alleen al in Liendert zijn er bijna vierhonderd individuele boomsoorten. Vanuit de gemeente was er gelukkig juist behoefte aan een rekenmethode die alleen de meest belangrijke factoren meeneemt en meer nadruk legt op een globale doorkijk naar de toekomst.” Bij het RIVM speelde een andere uitdaging: een hoge administratielast. Onderzoeker Toxopeus en projectleider Schoffelen: “Dit project had ten opzichte van andere EU-gefinancierde projecten een eigen aanpak en dynamiek. Dit vroeg extra werk om dit goed in te regelen. Meer synergie met andere EU-trajecten over regels en aanpak is dus welkom. Overigens was Kansen Voor West zeer behulpzaam om specifieke punten verder uit te leggen.” Ze hebben nog meer aanbevelingen: meer ruimte in het project, of een vervolg, voor doorontwikkeling, verbetering en documentatie van de Groene Baten Planner (GBP) en “heldere communicatie over te verwachten resultaten en hoe tools hierbij ingezet kunnen worden.”
Producten doorontwikkelen
De partners zien zeker kansen voor doorontwikkeling van de producten van LIVE. “Het is interessant om te testen hoe de methodiek uitpakt op andere locaties”, meent Jip Grootveld van HydroLogic. “Door in contact te blijven met de projectpartners en kansen voor toepassing met elkaar te delen, kunnen deze kansen worden benut.”
Wat is nodig voor verdere ontwikkeling? Het efficiënt integreren van stedenbouwkundige plannen in een 3D-omgeving, klinkt het. Slim gebruikmaken van ingewonnen data en de methodiek voor het kwantificeren van de klimaatdoelstellingen verder uitwerken en samenwerken met ontwikkelaars, onderzoeks- en onderwijsinstellingen. Dullemond noemt de koppeling met de Watermonitor en het verbeteren van de visualisatiemogelijkheden. “Deze integratie kan de waarde van het project vergroten en een meer holistisch beeld bieden van duurzame stedelijke planning.”
Concept voortzetten
De partners zijn ervan overtuigd dat dit project zijn meerwaarde ook kan bewijzen bij andere gemeenten waar de openbare ruimte wordt aangepakt. Daar leven eveneens vragen over wat de effecten zijn van klimaatadaptieve maatregelen in de buitenruimte of hoe (geo)datadiensten en tools ontwerpprocessen kunnen vergemakkelijken, merkt Hendriks. “AeroVision wil zich sterk maken om het LIVE-concept in samenwerking met de bestaande en mogelijk nieuwe partners door te ontwikkelen tot een gezamenlijke propositie, gesteund door het Ecosysteem Earth Valley.” Voor nu is de focus gericht op het proces van keuzes onderbouwen en varianten doorrekenen in de Liendert case study.
Succes
Een gevoel van trots heerst. Vanwege de betrokkenheid, open houding en vastberadenheid van alle deelnemers bijvoorbeeld. Of vanwege de koppeling van de Groene Baten Planner aan de 3D Cityplanner en het succesvol visualiseren van zeer gedetailleerde 3D-beelden van de wijk in de 3D Cityplanner. Carl Lankveld van Geomaat is blij dat het is gelukt om de grote hoeveelheid data die ze hebben ingewonnen te verwerken. “Ook de stappen die we hebben gezet om onze puntenwolk nog beter te classificeren is succesvol.”
Maar waar het uiteindelijk allemaal om draait, dat verwoordt Arjan Ankerman van Future City Foundation: “Een product als LIVE kan enorm waardevol zijn bij de herontwikkeling en/of herinrichting van wijken. Het biedt inzicht om de juiste keuzes te maken, zodat de bewoners er uiteindelijk het meeste profijt van hebben en fijn kunnen wonen.”